Tuesday, August 30, 2005

China VII: Schaapjes tellen

Soms kon Sofie de slaap niet vatten. Ook de dag voordat we de berg opgingen (zie onder) wilde het niet lukken. We vertelden Sofie dan maar schaapjes te tellen. Je weet immers maar nooit. En verdomd het hielp. Sofie werd stil en sliep. Maar dat bleek te vroeg gejuicht. Na een dikke 5 minuten vroeg Sofie plotseling; "Papa wat komt er na 110?".

China VI: Nationale slaap

Toeristische hoogtepunten als de Chinese muur, de ommuurde stad Pingyao en het terracotta-leger zijn een bezoek aan China zeker waard. Indrukwekkender dan de wereldwonderen die we zagen, waren de kennismakingen met en verhalen over het dagelijks leven van Chinesen. Gids Lucas bracht ons een beetje op de hoogte en vertelde ons onder andere over het dagritme van zijn stadsgenoten in Datong. Datong is een arbeidersstad en bekend om zijn kolenmijnen. De werkdag van de meeste arbeiders begint om negen uur. Om half twaalf is het tijd om naar huis te gaan. Arbeiders, mannen en vrouwen, zelfs studenten doorkruisen op dat tijdstip de stad. Ze gaan naar huis op de fiets, brommer of met de bus. De werknemers die het zich kunnen veroorloven, nemen een taxi. Een duidelijk teken van welstand. Kort na twaalf uur zit vrijwel iedereen thuis aan tafel en doet zich tegoed aan een uitgebreide maaltijd. Na het eten volgt een middagdutje, de 'nationale slaap', zoals Lucas het noemde. Het is stil in de stad. Pas na twee uur komt er beweging op straat. Iedereen stapt weer op zijn fiets of in de bus en rijdt naar werk of school. Van half drie tot zes uur wordt er weer hard gewerkt. Dit middagdutje zijn we tijdens onze reis regelmatig tegengekomen. Ook Pingyao was tussen twaalf en twee uitgestorven. Winkeliers die hun winkeltje open hielden, lagen diep in slaap op een matras of een stretcher achter hun kassa. Sommigen dutten wat weg in een stoel. Gêne over slapen in het openbaar, zoals in Nederland, bestaat er niet.

Ik had het geluk dat een van onze koffers op springen stond. We moesten voor onze vliegreis naar huis een nieuwe koffer vinden. In Pingyao ging ik tijdens onze middagpauze op zoek. Ik stapte een soort warenhuis binnen en zag daar een fantastisch beeld van de nationale slaap. In de ruimte stonden her en der balies. De vitrines waren gevuld met horloges, haarspelden, electrische apparaten en tal van andere produkten. Het warenhuis was bijna donker. Waarschijnlijk is electriciteit in de zomer te schaars of te duur om uitbundig te gebruiken. De balies waren goed bemand. Andere klanten dan ikzelf waren er niet. Geen wonder dat de meeste verkoopsters lagen te slapen. De meeste slaapsters zaten op een kruk en rustten hun hoofd op de toonbank voor zich. Zij waren diep in slaap en merkten mij niet op als ik wat dingen kwam bekijken. Sommigen zaten ingezakt op hun krukje en leunden een beetje oncomfortabel met hun schouder tegen een stelling. Eén verkoopster weigerde concessies te doen aan comfort, zo leek het. Zij had een stellingplank vrijgemaakt en lag op een prominente plaats heerlijk horizontaal te slapen achter haar toonbank. Ik had mijn fototoestel mee moeten nemen.

Ik heb in het warenhuis overigens een koffer gekocht. Toen ik mijn keuze had gemaakt en de verkoopsters om een nieuwe versie van het toonexemplaar vroeg, moesten ze lachen. Ik kreeg een andere koffer van hetzelfde model. Helaas zag ook deze er gebruikt uit. Ik heb hem toch maar meegenomen. Later zag ik dat ik niet eens zo'n slechte aankoop had gedaan. Veel koffers die in winkels worden aangeboden zijn niet alleen vies, maar ook al deels versleten.

Sunday, August 28, 2005

Naar beneden wandelen

Het weer was er perfect voor. Niet te heet en geen regen. Dus aangesloten in de rij van de toeristentram naar de Peak. Daar dumplings gegeten en toen door het bos naar beneden gewandeld. Onderweg erg veel vlinders, en een paar enorme spinnen (zeker zo groot als mijn hand) in hun web. Aan het eind van de wandeling een spectaculair uitzicht over Aberdeen en Apleichau. Midden op de foto (dubbelklik om te vergroten) tussen de hoogbouw het kerkhof, rechts de haven van Aberdeen. Daar weer rechts van een klein deel van Apleichau, het dichtsbevolkte eiland ter wereld (volgens het Guinness Book of Records). Daar wonen wij, maar onze wijk is rechts van de foto gevallen.

Friday, August 26, 2005

China V: Eten

Eten is in China van het allergrootste belang. In Hong Kong is dat niet anders overigens. Begroet je iemand met 'hoe gaat het' of 'hallo' dan zeg je in het Manderijn chir-fun ler ma (Cantonees: sik joh faan mei a). Letterlijk vertaald vraag je dan of iemand al gegeten heeft. Je zou verwachten dat het eten dan lekker is, toch? Maar over het eten in Hong Kong zijn we niet echt enthousiast. Het is een beetje smakeloos -kruiden worden vrijwel niet gebruikt-, het is vaak sponzig of taai, en ik ben nog steeds geen groot fan van vis. Het eten in het mainland was daarom een aangename verrassing. Er worden vaak knoflook en chilipepers gebruikt (in een slechte keuken soms een beetje te scheutig), het vlees is redelijk mager, en er is over het algemeen veel groente. Natuurlijk is er wel verschil in kwaliteit. Het best was dat te merken aan een (traditionele?) maaltijd met blokjes kip, cashewnoten, paprika, selderij, gember en chili. De gidsen brachten ons meestal naar een soort van gaarkeukens -vaak met een mega-souvenirwinkel- waar alleen grote groepen toeristen aten. Een soort Chinese Van der Valk, weliswaar zonder appelmoes maar met een gratis tweede kopje thee (die je moet drinken zoals je spaghetti slurpt). Het laat zich raden dat in dit soort gelegenheden de kipblokjes bijna niet als zodanig te herkennen waren, en dat chili of zout overheersten. Nee, dan waren de kleinere restaurants waar ook de lokale bevolking at vaak veel spannender, en beter (De foto laat een overigens een 'straatrestaurant' zien. Die hebben we niet geprobeerd.) Spannend omdat ons Chinees en het Engels van de serveerders beide volstrekt ontoereikend zijn om met elkaar te kunnen communiceren. Chinezen grijpen gelukkig elke kans om een beetje Engels te spreken, en er is bijna altijd wel iemand die wil helpen. Anders is het gewoon wijzen. Zo hebben we een soort van gourmet gegeten, waarbij het eten op tafel bereid wordt, een hot-pot (fondu), en in de moslimwijk van Xi'an een heerlijk vleesgerecht met wentelteefjes. Sofie deed erg haar best en heeft bijna alles geproefd. Dumplings (vlees in deeg, het lijkt een beetje op raviolli) waren en blijven haar favoriet. Marijke had het een stuk moeilijker en heeft behoorlijk slecht gegeten. Soms alleen maar een paar lepeltjes rijst, hoewel een soort bergpasta met tomatensaus soms in de smaak viel.
Chinezen eten drie keer op een dag warm, en onze lunches waren dan ook vaak gelijk aan de avondmaaltijd, uitgezonderd een hele vieze kipburger van Kentucky Fried Chicken (McDonalds zijn we maar een keer geweest toen Sofie en Marijke mochten kiezen: treurig, niet?). Ook het ontbijt is gewoonlijk warm met rijst en allerlei vlees etc. We zijn te zeer gehecht aan ons boterhammetje, en hebben dus nooit echt Chinees ontbeten. Dat betekende zo nu en dan een ontbijt dat bestond uit een geroosterde boterham met boter ('we smelten de boter!') en een kopje gekookte koffie.
Afgezien van wat diarree-achtige poep in de ochtend hebben onze magen al dit eten goed doorstaan. Het smaakte meestal prima, en over het algemeen waren restaurant, borden en chopsticks redelijk schoon. Of de kwaliteit van het voedsel ook goed was is moeilijk te zeggen. In China bekommert men zich nu eenmaal meer om het geld dan om de gezondheid van de consument. Dat er problemen moeten zijn laat het nieuws in Hong Kong van de laatste week zien. Het wordt beheerst door een mysterieuze varkensziekte, gif in groenten en kankerverwekkende stoffen in vis, allemaal voedsel geimporteerd uit China (net als eerder de vogelpest). Deskundigen in Hong Kong vragen om een importverbod, maar politiek blijkt dit onhaalbaar. De overheid van Hong Kong zou Beijing daarmee voor het hoofd stoten. Bovendien, de Chief Executive wordt feitelijk aangewezen en afgerekend door Beijing en niet door de bevolking van Hong Kong. En zo blijft het waarschijnlijk aanmodderen met de voedselkwaliteit hier. Voordeel is dat het in Hong Kong tenminste voorpagina nieuws is. In China zullen de meesten het nooit te horen krijgen, en ik vrees dat het daar dan ook allemaal gewoon in de pan terecht komt.

Wednesday, August 24, 2005

China IV: Huashan of heilige berg

Een vakantie zonder berg is moeilijk voorstelbaar. En gelukkig, op twee uur rijden (of: jakkeren op zijn Chinees) van Xi'an is Huashan, een van de heilige Boedhistische en Daoistische bergen van China. Dat wilden we meemaken. Het weer was niet geweldig, lage bewolking en een miezer regen. Vlak nadat de kabelbaan ons naar een van de vijf toppen (die de vingers van Boedha worden genoemd) had gebracht waren er nog korte momenten van uitzicht, maar daarna was het uitsluitend mist. Het was er niet minder spectaculair om. Huashan is een enorm gebergte met smalle richels en bijna loodrechte hellingen. Het pad door het gebergte is een trap uitgehakt in de rotsen. Vaak gaat het vrijwel recht omhoog. Een ketting aan de rotszijde. Het is als een ladder tegen een muur maar dan over een lengte van tientallen meters, en een diepe kloof er naast of er onder. De drukte was enorm. Het is niet voor niks een heilige berg, hoewel de sfeer er absoluut niet devoot of Lourdes-achtig is. Het bergpad is overvol met schijnbaar ongetrainde en slecht geschoeide groepen onder leiding van een gids. Onze gids hadden we met zachte dwang beneden gelaten, maar niet nadat Carianne op een kladje geschreven had dat dat onze uitdrukkelijke wens was. Gidsen worden namelijk voortdurend gecontroleerd of ze het vooraf vastegestelde plan wel uitvoeren. Al die toeristen lopen dus in lange rijen over richels en steile hellingen. Het kan niet anders dat er ongelukken gebeuren, maar dat soort dingen worden in China verzwegen. De berg is volgebouwd met tempeltjes, en kiosken, en andere gebouwtjes. Overal schalt muziek uit luidsprekers die het uiterlijk van een rots hebben. Helaas, of gelukkig, konden we tekst niet verstaan. Bijna iedereen draagt handschoenen (het is er immers maar zo'n 15 graden) en een rood sjaaltje. Vele stelletjes hangen een hangslotje langs het pad als symbool dat ze voor altijd bij elkaar zullen blijven. Indrukwekkend waren ook de sjouwers die omhoog balanceerden over de smalle richels tussen de toeristen.
Daartussen wandelden we dus, de gevaarlijkste plekken zoveel mogelijk vermijdend. Sofie liep de hellingen en richels zelf, terwijl Marijke op de moeilijkere stukken getild werd. In China is iemand die een berg beklimd een held, en dus kregen Sofie en Marijke beiden een gouden medaille. Die hangt nu op het bed. Alles bij elkaar een spectaculaire bergwandeling, onvergelijkbaar met een dagje in de Alpen. Behalve dan de zere kuiten die zoiets oplevert -nu nog steeds.

Tuesday, August 23, 2005

China III: Sofie en Marijke

De vakantie was prachtig, ook voor Sofie en Marijke. Toegegeven, ze zeggen zelf dat de hotels het leukst waren. Vooral de kamermeisjes die telkens weer de meegebrachte knuffels op bed uitstalden hebben een diepe indruk achtergelaten. Ook het reizen in de trein viel goed in de smaak. Sofie heeft heel wat afgeklauterd (en gevallen) in de slaapwagons. Een succes was ook de acrobatiekvoorstelling in een krakkemikkig theatertje in Beijing. Vandaag, thuis, hebben we een tijd lang naar Marijke en Sofie's kunsten op ons bed moeten kijken. De Chinese pyjama's die Sofie en Marijke kregen tegen de kou op een bergwandeling, zorgden ook voor dikke lol. Marijke had een traditionele pyjama met een open geknipt kruis. De kleuters in China dragen die in plaats van luiers. Kinderen kunnen dan overal (en dat moet je letterlijk nemen) neerhurken om te plassen en poepen. Speeltuinen -op een na- hebben we in China niet gevonden. Dat is waarschijnlijk nog een luxe (of misschien armoede?) waar de meeste Chinese kinderen zich niets bij voor kunnen stellen. Net als blonde, of eigenlijk een beetje blonde kinderen. Volwassen westerlingen dat kennen ze blijkbaar wel, maar kinderen dat is voor de meesten toch iets uitzonderlijks. En Sofie en Marijke hebben dat geweten. Het begon direct na aankomst op het Tian'anmen Plein en dat is de hele vakantie gebleven. Mensen die winkels uitrennen, die nawijzen: "very beautiful, your girl". Mensen die even snel door de haren voelen, in de wang knijpen, aan de arm trekken voor een foto, of gelukkig vaker, eerst vragen of ze een foto mogen maken (zelfs de gidsen waren op een foto uit). En een foto maken betekent in China poseren. Sofie en Marijke hadden er duidelijk geen zin in. De eerste dagen lieten we Sofie en Marijke nog beslissen, daarna zijn we kort af geworden: "No!". Meestal werd dat niet zo goed begrepen en als onbeleefd ervaren, maar het liep dan ook echt de spuigaten uit. Het gebeurde een paar keer dat tijdens een avondwandeling tientallen mensen ons, of eigenlijk Marijke en Sofie, achter naliepen: kinderen, vaders, moeders, opa's en oma's. Een enkele keer ervaarden Sofie en Marijke het zelfs als intimiderend. Maar het heeft ook positieve kanten. Sofie heeft ontdekt dat men Marijke net zo mooi vind als haar, ondanks dat Marijke donkerder haar heeft. En beroemd hoeven de meisjes ook niet meer zo nodig.

Vanavond bij het eten vertelde Marijke dat ze Hong Kong leuk vindt omdat niemand met haar op de foto wil.

China II: De grote attracties

Onvermijdelijk bij een eerste trip door China zijn de grote attracties. Onze top drie waren de Verboden Stad en de Chinese Muur in Beijing, en het Terracotta leger in Xi'an.

In de 14e eeuw verhuisde de keizer uit de Ming-dynastie zijn hofhouding naar Beijing. Hij liet daarvoor de Verboden Stad bouwen. Nu is het een enorm ommuurd paleizencomplex in het hart van de stad. De Verboden Stad kom je binnen via het Tian'anmen Plein (het plein van de studentenopstand in 1989) onder een reusachtig portret van Voorzitter Mao. In het prachtige complex krioelde het van de (voornamelijk Chinese) toeristen. Vooral bij de troon van de Keizer was het een ware worsteling voor een goede foto. Halverwege de Stad is er een Starbucks met daarnaast een schildersgalerie, waar de ietwat naieve toerist een schilderij of tekening krijgt aangesmeerd. De rest van de Stad bestaat uit de verblijven van de keizerin en de concubinen van de keizer. Het is daar waar we buiten de massa's een paar uurtjes hebben rondgedwaald.


De Chinese muur is waarschijnlijk de topattractie van China. De eerste delen stammen van voor de jaartelling, maar de muur zoals we die nu kennen is die vanaf de Ming-dynastie rond 1400. De delen rond Beijing zijn de laatste tientallen jaren vrijwel volledig gerenoveerd. De Muur deden we met gids, georganiseerd via het Chinese Internationale Reisburo. Hoewel van goede wil, werken de gidsen in China voor dat Reisburo en niet voor de toerist. Een bezoek aan de muur gaat vrijwel altijd via een aantal overheids- of 'friendships'-souvenirswinkels -soms ter grootte van een paar voetbalvelden. Het Reisburo had voor ons bedacht dat een Verdedigingfort 15 km van de Muur ook wel voldeed. En onze gids deed dus alsof zijn neus bloedde. En het moet gezegd de beklimming van de 'Muur' was spectaculair, maar de echte Muur was het niet. In het hotel werd het snel duidelijk dat ons gevoel, dat het niet helemaal goed zat, klopte. Niet getreurd, een paar dagen later hebben we op de snelweg de Muur nog een stuk door bergen zien slingeren. In China stop je dan gewoon op de vluchtstrook voor een paar foto's.


Het Terracotta leger is het graf van de eerste keizer van China zo'n 200 v. Chr. Het graf zelf is een heuvel, maar het wordt 'verdedigd' door een gigantisch leger van duizenden levensgrootte aardewerken soldaten. Iedere soldaat met een individuele gezichtsuitdrukking. In 1974 is het leger per toeval ontdekt. Een deel is nu blootgelegd en te zien in een paar grote hallen. Hoe het precies zit is onduidelijk, maar de meeste, zo niet alle beelden moeten kapot zijn geweest bij de opgraving. De eerste aanblik echter laat puntgave soldaten zien. Blijkbaar volledig gerestaureerd (of nagemaakt, vooraf bezochten we een kleifabriekje waar ze op ware grootte waren nagemaakt. En in China weet je nooit of iets 'echt' is of niet). Er waren inderdaad een paar kapotte beelden om te laten zien dat men druk bezig was met de restauratie (dat zou in de avonduren gebeuren). Maar alles was zo netjes aan kant en scherven zo volkomen afwezig, dat het bij ons twijfels opriep. Maar het is en blijft een sensationele opgraving.

China I: Achter de economische groei


China mag dan een ongekende economische groei doormaken, dat kan niet verhullen dat de meeste Chinezen nog steeds in grote armoede leven. De vele fietsen in de straten van Beijing maken dat direct duidelijk, net als de afgeladen versleten stadsbussen. Voor ons heeft een fiets in het straatbeeld iets vertrouwds, maar voor de meeste Beijingers is het het enige vervoers- en transportmiddel. En dat ondanks de enorme toename van het autoverkeer. De armoede is duidelijker buiten de hoofdwegen in Hutongs (tenminste, de Hutongs die niet voor de toeristen 'opgeknapt' zijn): modderige straten, mensen zittend in deurposten, afbraakhuisjes waar hele gezinnen op een paar vierkante meter blijken te wonen.

Buiten de, zeg maar toeristische gebieden is het nog schrijnender. Je ziet het vooral op reis, vanuit de trein of de auto, wanneer het platteland wordt doorkruist (en dat gaat om het platteland rond de stedelijke, niet- afgelegen gebieden). Een boer die zijn koe uitlaat, ezels voor de kar, of mannen die zelf de kar trekken. De mensen hebben een dak boven hun hoofd, maar een groot aantal leeft nog in dezelfde soort 'huizen' als tweeduizend jaar geleden. Van klei en aarde, of uitgehouwen grotwoningen. Riolering en stromend water is lang niet altijd aanwezig is, koken gaat op een potkacheltje met kolen. Alles is stoffig, vies en modderig. De gezichten van de mensen verraden het harde leven. Hier woont niemand die in korte tijd veel verdiend heeft.

Toch, in bijna alle huisjes is een televisie, en die staat altijd aan. Er wordt ontzettend veel gebouwd, opgeknapt. Dat wil zeggen er zijn veel bouwputten, echt gewerkt lijkt er niet te worden. Voorlopig is de economische 'boom' vooral een facade van de armoede die er in China wel degelijk is. Terug in Hong Kong werd dat beeld nog duidelijker: alles schoon, luxe en ge-airconditioned (en koud dus). Totdat we thuis kwamen, want daar heerste na twee weken de vochtschimmel.

Saturday, August 06, 2005

Zeepbellen


Ocean Park is deze zomer op de Polynesische toer. Sofie en Marijke waren deze week al eerder geweest, maar zonder zwemkleding. Vanochtend dus de bikini's aan en op naar Ocean Park. Rennend door de fonteinen, en daarna de bubbels in. Dolle pret die eindigde met tranen toen er -onvermijdelijk- zeepsop in de ogen kwam.
Het is weer heet (33 graden) en vochtig: de heet-weer-waarschuwing is gegeven. Dat betekent doorweekt van zweet. We hebben het toch nog drie uur volgehouden. Maar toen naar huis.

Friday, August 05, 2005

'Wai'

Na een dik half jaar een weblog. Eerdere pogingen waren allemaal gestrand.

Voorlopig zal het hierop wel rustig blijven, want de komende twee-en-halve week toeren we door China . Maar wie weet, en is er zo nu en dan een plek om wat te schrijven.