Monday, June 26, 2006

Een stralend Hong Kong

Een zachte wind van zee, plus vierendertig graden, een hittewaarschuwing, en ongemeen helder. Het was stralend weer dit weekend, en ook de komende dagen nog. Hong Kong ligt er werkelijk spectaculair bij.

We maakten een ochtendwandeling over Lugard en Harlech Road, met z’n drieën want Carianne werkte. Het pad rond Victoria Peak, de hoogtse top van Hong Kong Island, is een fantastische wandeling. Je loopt tussen bamboe, rubberbomen, Chinese dennen, en een enorme variëteit aan planten. Prachtige, diepblauwe vlinders ook. En bij helder weer, zoals nu, is het uitzcht werkelijk verbluffend. Eerst ligt Central met ondermeer het ranke IFC gebouw recht onder je. Je ziet de haven met Kowloon aan de overzijde. Daarachter de heuvels die Kowloon van de New Territories scheiden, en daar weer achter mainland China. Verderop Western, de terminaloverslag, Lantau Island. Loop je nog verder dan maakt de stad langzaam plaats voor het veel groenere Pokfulam, met op de achtergrond een blauwe Zuid Chinese Zee met ontelbaar vele groene en rotsachtige eilandjes. Het contrast tussen de stad en de zee is overweldigend. De hoogte en de bebossing zorgde ook nog eens voor dragelijke temparaturen. Perfect. Ik doe hier ook weer een foto van Magazine Island bij; bij ons achter het huis dus (zie Hong Kong in zwart-wit, maart 2006 en Een stevige bries, mei 2006). De bergen rechtsachter vormen Lantau. Lantau zien vanuit South Horizons is door de vrijwel voortdurende luchtvervuiling uitzonderlijk. Soms is een grijzig Lantau in de verte zichtbaar. Nu is het zo helder dat zelfs het groen op Lantau te zien is.

Saturday, June 24, 2006

Zonder wieltjes

Eigenlijk was het enkel een kwestie van de zijwieltjes verwijderen en Marijke fietste. Oefenen was bijna niet nodig. Valpartijen bleven uit. Ze reed gewoon weg.

Niets bijzonders natuurlijk, Marijke is immers al weer dik vier-en-half. Maar voor Hongkongnezen ligt dat anders. Hier wordt niet gek veel gefietst; te heet en te heuvelachtig. Kinderen fietsen lang op driewielers of met zijwieltjes, zeker tot op basisschoolleeftijd (in Hong Kong 5-6 jaar). Een gek gezicht. Van die grote stoere jongens op een fietsje met zijwieltjes, meestal met helm en knie- en elleboogbeschermers. Ze zouden eens vallen.


Zelf wegfietsen wil Marijke niet proberen en ze stuurt, lachend, overal tegenaan, maar haar balans is perfect. Twee weken geleden was Ms. Humpage, Marijke’s juf, in het rapport nog vol lof dat Marijke zo goed overweg kon met een driewieler. Ze zou eens moeten weten...

Monday, June 19, 2006

Heeft u nog tijd over voor uw kinderen?

Het was zondag Vaderdag.

Bij zijn aankomst in Hong Kong, een paar dagen eerder, kreeg professor Hawking een heldenonthaal. Alsof hij een popster of voetballer was in plaats van een wetenschapper. Hawking kwam voor een lezing aan de Hong Kong University of Science and Technology. Het was voorpagina-nieuws, een paar dagen achtereen zelfs. Dat een boek als de A Brief History of Time zoveel los maakt is verbazingwekkend. Ik haakte na de eerste bladzijden al af. Ongetwijfeld heeft een deel van de belangstelling voor Hawking te maken met sensatiezucht. Hawking lijdt aan de ziekte van Lou Gehrig. Hij zit in een rolstoel en gebruikt een spraakcomputer om te communiceren. Hawking bestuurt de computer door te knipogen. Het zal de combinatie van succes en handicap zijn die Hawking zo interressant maakt. Hawking zei dat hij uitzag naar ‘stimulerende vragen’ in Hong Kong.

Op de persconferentie, een dag later, waren er vijf vooraf zorgvuldig uitgekozen vragen. Elke grote krant in Hong Kong mocht er een stellen. De antwoorden waren voorgeprogrammeerd; life knipogend zou het allemaal te veel tijd in beslag nemen. “Heeft u nog tijd over voor uw kinderen?”, was een van de vijf vragen aan Hawking, volgens sommigen een van de grootste intellectuelen van deze tijd. Een rare vraag?

In Hong Kong is hard werken, en vooral lang uren maken, heel gewoon. Zo heb ik een 5½ dag durende werkweek; aan de Universiteit van Hong Kong wordt ook op zaterdagochtend gewerkt. Bovendien, de Faculteit in Amsterdam verwacht dat ik voor haar een dag per week de armen uit de mouwen steek.

Zo staat het op papier. Ergens.

Voor de meeste Hongkongnezen is werken belangrijker dan het gezin. Er wordt tot ver in de avond gewerkt. Niemand die stopt zolang de baas dat niet doet. Ook al is het werk voor de dag al lang klaar. Vaak wordt er eerst nog in de stad gegeten voor men naar huis gaat. De meeste Hongkongnezen hebben dus maar weinig tijd voor hun kinderen.

Ik ben iets minder gezagsgetrouw dan de Hongkongnees, en werk nooit op zaterdag. Regelmatig, als dat zo uitkomt ga ik een paar uur eerder naar huis.Tsang, de Chief Executive van Hong Kong, hield een toespraak ter ere van Vaderdag. Het ging over zijn eigen jeugd. Zijn vader, een politieman, was streng. Eens per week nam hij met de kleine Tsang het schooldagboek door. Voor de Chief Executive waren het de meest memorabele momenten uit zijn jeugd. Ze bespraken de gebeurtenissen van de week en Tsangs vorderingen in de Chinese schrijfkunst. De Chief Executive riep de vaders in Hong Kong op het voorbeeld van zijn vader te volgen.

Een paar cijfers. De helft van de ouders brengt minder dan een kwartier per dag met de kinderen door. Iets meer dan de helft van de kinderen zegt dat vader het druk heeft, en over geen of weinig vrije tijd beschikt. Volgens de helft van de kinderen besteedt de vader zijn vrije tijd aan slapen in huis. En wanneer de mannen iets samen met de kinderen doen dan is het iets passiefs, zoals samen tv kijken. Een luier verschonen is iets waar de Hongkongneze man niet toe in staat is. Het is misschien niet verwonderlijk dat een derde van de ouders, mannen en vrouwen, geloven dat liefde voor hun kinderen niet zo belangrijk is. Goed onderwijs daarentegen wel.

Chief Executive Tsang pleit voor een 5-daagse werkweek. Te beginnen met de ambtenaren. De universiteiten hebben besloten om dit voorbeeld te volgen, als de andere universiteiten dat ook doen tenminste. De Universiteit van Hong Kong inventariseerde eerst wat haar werknemers dachten over 5 dagen werken. De academici op mijn Instituut wilden dat wel. In de praktijk gebeurt dat al. Het facilitaire personeel, terreinknechten, badmeesters, sportinstructeurs en schoonmakers, daarentegen blijven liever 5½ dag werken. Maar ja, de enquete was niet anoniem. En wat zou de baas er wel niet van vinden?

Vaderdag in Hong Kong is een beetje als Sinterklaas. Niet het feestvarken, maar de kinderen worden verwend. Het ideale vaderdagkado is dat vader iets leuks met de kinderen doet. Het kan natuurlijk altijd nog gekker. In Japan komen vaders op Vaderdag even kijken naar de kinderen op school.

Vandaar die vraag dus aan Hawking; “Heeft u nog tijd over voor uw kinderen?”. Zijn antwoord? Hawking zei dat hij drie erg lieve kinderen had. Allemaal opgegroeid en zelfstandig. Met Lucy, zijn dochter, werkt hij nu samen aan een kinderboek, een beetje een mix van Harry Potter en het universum, maar dan met wetenschap en geen magie.

Daar hadden de Hongkongnezen nog niet bij stil gestaan; dat je werk kunt maken van je kinderen.

En mijn Vaderdag? Ik had daar even geen tijd voor. Dit stuk moest eerst af.
[uit FBWeetjes nummer 50; foto Hawking www.thestandard.com.hk]

Sunday, June 11, 2006

Een bovengrondse grafkelder

Eind 1949, Mao was net aan de macht in China, leefden er in Hong Kong naar schatting zo’n driehonderdduizend mensen in krotten -op een bevolking van ongeveer twee miljoen! Het waren vooral vluchtelingen uit China, maar ook Hongkongnezen die tijdens de Tweede Wereldoorlog alles kwijt geraakt waren, die in de krotten woonden. De meeste krotten vond je op de hellingen van de heuvels die Kowloon scheiden van de New Territories. Dat was toen de rand van de stad.

De koloniale overheid deed weinig tot niets voor een beter huisvesting. Het standaardverhaal wil dat dat pas in 1954, na een brand in Shek Kip Mei waarbij dertigduizend mensen dakloos (dus zonder krot) raakten, de sociale woningbouw van de grond kwam. Veel stelde dat overigens niet voor. In de zogenaamde H-blokken, zeven verdiepingen hoog, leefden op een ruimte van iets meer dan 10 vierkante meter families van tussen de vijf en tien mensen (De middelste foto boven laat zo'n flat zien. Alles staat er op, het is niet groter. De foto is van een H-blok in Shek Kip Mei dat vorig jaar even een museum was. Nu is het afgebroken.) Koken werd buiten gedaan, douche en wc met de buren gedeeld. Electriciteit was er niet. De bewoners accepteerden de lage leefstandaard; ze kwamen immers uit krotten.

Lei Cheng Uk Estate, in noord-oost Kowloon, bestond ook uit van die H-blokken. Bij de bouw in 1955 werd een tweeduizend jaar oude graftombe uit de tijd van de Han-dynastie (25-220 na Chr.) ontdekt. Brons en aardewerken potten en schalen, modellen van huisjes en graanschuren lagen er in de grafkelder, maar geen spoor van een skelet. Het is nu een museumpje. Echt veel is er niet te zien. Je kan een blik in de donkere tombe werpen, maar daar blijft het bij (foto boven rechts). Naar binnen gaan is niet mogelijk.Veel fascinerender was het om de grafkelder in zijn ‘nieuwe’ omgeving te zien. Het ligt op zo’n twee kilometer van de haven in Cheung Sha Wan, een echte New-Kowloon wijk. De rode pijl op de luchtfoto wijst de plek aan. In 1955, toen het ontdekt werd, lag het letterlijk in de voet van de heuvel, vlak langs de kust. Voor de bouw van het Lei Cheng Uk Estate werden niet alleen twee kleine dorpjes, maar ook een groot deel van de heuvel simpelweg verwijderd. Afgegraven dus. Je ziet de sporen op de foto: alles ten noorden van Lei Cheng Uk is heuvellandschap, de wegen kronkelen. Alles ten zuiden daarentegen is sinds de jaren vijftig ingepolderd, de straten zijn er kaarsrecht. Vergis je overigens niet, de meeste ‘blokjes’ op de foto zijn flats van tien tot veertig verdiepingen hoog (foto boven links). De originele H-blokken van toen zijn bijna allemaal verdwenen. Er wonen in Cheung Sha Wan tienduizenden mensen bijeengepakt naast en boven elkaar.

En dat is zo typisch voor Hong Kong. De stad is geëxplodeerd, van twee miljoen inwoners begin jaren vijftig tot zeven miljoen nu. Om al die mensen onderdak te bieden zijn enorme stroken land aangeplempt, complete heuvels afgegraven. En dan ligt zo’n tweeduizend jaar oude grafkelder ineens naakt in een groezelige buitenwijk. Boven de grond. Fascinerend.

[luchtfoto: www.centamap.com]

Wednesday, June 07, 2006

Tiananmen

Het is het grootse plein in de wereld, en het lag er best vredig bij toen we het in juli op een broeierige namiddag bezochten. Ik heb het natuurlijk over het Tiananmen in Beijing, het Plein van de Hemelse Vrede. Op 4 juni 1989 vond daar een slachting plaats onder studenten die protesteerden tegen de corruptie en voor meer democratie. Toen de studenten naar herhaald aandringen het plein niet verlieten, besloten de communistsche machthebbers het leger in te zetten. Hoeveel doden er precies vielen weet eigenlijk niemand. Sommigen spreken van honderden anderen van enkele duizenden.

Diezelfde dag nog demonstreerden bijna een miljoen Hongkongnezen, gekleed in het zwart. De angst zat er onder de Hongkongneze bevolking goed in, immers een aantal jaren later zou China de macht over Hong Kong van de Britten overnemen. Hong Kong was ontdaan, het voelde zich machteloos. Sindsdien worden elk jaar in het Victoria Park de doden van de studentenopstand op het Tiananmen herdacht. Dat gebeurt in de vorm van een wake bij kaarslicht. De eerste jaren verzamelden zich honderduizenden mensen, maar dat is langzaam minder geworden. Dit jaar zondagavond, waren het naar schatting zo’n 45.000 mensen. Best veel, als je nagaat dat het al weer 17 jaar geleden is. Zoals bij alle politieke kwesties zijn de Hongkongnezen onderling sterk verdeeld over de vraag, hoe verder. De ene helft wil dat de communistische machthebbers in Beijing erkennen dat ze fouten hebben gemaakt, dat het één partijstelsel in China wordt afgeschaft, en dat een democratisch systeem wordt ingevoerd. De andere helft benadrukt de stabiliteit en welvaart in het China van nu, en vindt dat er niet terug maar vooruit gekeken moet worden.
Tsang, de Chief Executive verwoordde dat laatste standpunt als volgt: All Hong Kong people know well about the June 4 incident. It happened 17 years ago and since then the mainland has undergone remarkable developments, which have brought prosperity and substantial economic benefits to Hong Kong. I hope the people of Hong Kong will look at the crackdown ‘objectively’.
Positief is in elk geval dat de wake, en straks de 1 juli demonstratie voor meer democratie, in Hong Kong nog steeds mogelijk is. En ook de pers kan er zonder restricties over berichten. Zeventien jaar geleden zagen veel Hongkongnezen het wat dat betreft een stuk somberder in. We krijgen deze week de China Daily in de bus, een reclame-campagne vermoedelijk. Het is de officiele Engelstalige spreekbuis van Beijing. Zondag en maandag geen woord over 4 juni 1989, laat staan over de wake in Hong Kong. Het is dus goed dat de wake er is.

Saturday, June 03, 2006

Vier jurken

Onder het mom van dat-wil-ik-wel-eens-zien doe ik in Hong Kong dingen die ik in Amsterdam niet zou doen. Dus kocht ik speciaal voor de gelegenheid een overhemd bij Esprit (maat M, slim fit) en toog ik naar de bruiloft van Gilbert, een van de PhD-studenten op ons Instituut. Een paar weken eerder was hij trots naar me toegekomen met een grote goud gekleurde envelop met daarin een uitgenodiging en een rood lai sih envelopje met een bankbiljet van tien dollar (1 Euro). Dat laatste is om het belang van aan mijn aanwezigheid te onderstrepen. Een echte Chinese bruiloft beloofde Gilbert. Ik moest komen.Gilbert had al mijn collega’s uitgenodigd, en dus gingen we met een grote groep. Gilbert (eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe zijn vrouw heet) was bijna een jaar geleden al getrouwd voor de burgerlijke stand, en nu was het tijd voor het feest. Een banket, want een feest in Hong Kong betekent eten. Mijn rode lai sih envelopje met 500 dollar (het bedrag wordt vooral bepaald door je sociaal-economische positie, en niet onbelangrijk, de plek waar het banket gehouden wordt. Western Market in dit geval.) kon ik meteen bij Gilbert kwijt. Zoals het hoort met twee handen gegeven en aangepakt. Direct daarna het podium op voor een foto met het bruidspaar, een absolute must. En toen naar de grote ronde tafels. Zoals bijna altijd werden de gweilos (blanke buitenlanders dus) bij elkaar aan een tafel gezet. Alleen Chris, een Chinese assistent, durfde het aan bij ons te gaan zitten.

Zoals de meeste bruiloften was het niet geweldig, en ook het echte Chinese was niet echt spectulair. Er werd uitsluitend getafeld, niet gefeest, gezongen of gedanst. Wel was er de bekende video met het bruidspaar als baby, kind, enzovoort. Het banket leek sterk op het jaarlijkse diner van het Instituut (zie Eten en geluk, januari 2006), maar dan veel smakelijker. Natuurlijk was er nu ook haaievinnensoep, want dat mag op een beetje bruiloft niet ontbreken, hoewel deze was aangelengd met krab, anders wordt het te duur. Naar een bruiloft, een overhemd, dat wil ik dan nog wel, maar haaievinnensoep dat is me een stap te ver (zie In de ban van de universteit, november 2005). Dus zette ik mijn soepkom onderste boven, zodat het niet gevuld zou worden. Dat was stom. Chris greep meteen in. Een kom ondersteboven verwijst naar de doden. Dat doe je alleen bij de picknick op het kerkhof tijdens het Ching Ming festival (zie Ronddwalende geesten, april 2006); het kommetje is dan voor het overleden familielid. Ik heb mijn kommetje dus maar weer omgekeerd. Dat werd prompt gevuld. Chris at het graag voor me op.

En het bruidspaar? Dat was vooral druk met omkleden, de bruid tenminste. Gilbert droeg de hele avond het zelfde circusdirecteuren kostuum. Zeker vier verschillende jurken, een bruin-beige, een witte, een groene en een blauwe, droeg de bruid in de drie uur die het banket duurde. En met elke nieuwe jurk werd er een rondje langs de tafels gemaakt. Voor een foto natuurlijk.

Thursday, June 01, 2006

Draken en trommelslagen

Zware trommelslagen klinken door de haven van Aberdeen. Vanaf de kade kijkt een menigte toe hoe peddelaars in lange lage boten zich met stevige halen naar de eindstreep werken. Het is de vijfde dag van de vijfde maand van het maanjaar en Hong Kong viert het Dragon Boat Festival, of het Tuen Ng Festival (Festival van de Twee Vijven). Het is een van de belangrijkste Chinese evenementen van het jaar. In verschillende havens en baaien in Hong Kong nemen kleurrijke teams deel aan roeiwedstrijden. De populairste is de internationale wedstrijd in Stanley, waar roeiers en publiek (overwegend buitenlands en expat) zich vrolijk uitdossen. Wij kiezen voor de lokale variant niet ver van huis. Het festival is in volle gang als we over de hoge brug van Ap Lei Chau naar Aberdeen lopen. De roeiers zitten met zo’n 50 man in ranke boten van zo’n 20 meter lang. Voorop, of in het midden, zit een trommelslager, die met flinke slagen op de trom de snelheid van de roeibewegingen bepaalt. Het is een spectaculair schouwspel. Later op de dag strijden kleinere boten tegen elkaar.

De drakenboten zien er prachtig uit. Voor op de boten pronken fel gekleurde drakenkoppen. Ze zijn versierd met groene bladeren. Voor de wedstrijd kleurt een vooraanstaand persoon de ogen van de draak om het beest wakker te schudden. De roeiers branden wierrookstokjes achter de drakenkop om geluk af te dwingen. Op de achterkant van de boot glimmen gouden staarten.
Het Dragon Boat Festival herdenkt de dood van de populaire dichter en patriot Qu Yuan (340-278v.Chr.) uit het koninkrijk van de Chu. Qu Yuan leefde in een roerige periode. Zeven staten vochten om de alleenheerschappij in China en Qu’s geliefde koninkrijk dreigde het af te leggen tegen de Qin. De dichter was een hervormer, die corruptie trachtte aan te pakken. Hij was raadgever van de koning van Chu. Door hofintriges, aangewakkerd door de Qin, raakte hij echter in ongenade bij de koning, die hem verbande uit zijn koninkrijk. Tijdens zijn periode van ballingschap zag Qu zijn vaderland zwakker worden. Toen de Qin de hoofdstad veroverden, stortte hij zich uit wanhoop in de Mo Li rivier. Vissers trokken in smalle bootjes de rivier op, om het lichaam van de populaire dichter te redden. Ze sloegen heftig op trommels om de rivierdraak af te schrikken. Ze gooiden rijstdumplings in het water om te voorkomen dat hongerige vissen zich tegoed zouden doen aan het dode lichaam. De gestoomde rijstballetjes, gevuld met met ei, bonenpasta, dadels, noten, vlees, of zoete aardappel, zijn nu het traditionele eten op het Tuen Ng Festival. De actie van de vissers was tevergeefs. Ze vonden het lichaam van de dichter niet. De tragedie maakte Qu Yuan tot volksheld.