Thursday, December 27, 2007

De acht onsterfelijken

Ik redde het niet. Het was te ver, te zwaar en vooral te laat. Eigenlijk was ik het ook niet van plan geweest, maar zo halverwege de wandeling had ik het gevoel gekregen dat ik ook die laatste zeven kilometer tot het eind wel aan zou kunnen. Nu, tegen vijven, keek ik er anders tegen aan. De toppen van Pat Sin Leng (lett.: de acht onsterfelijken, verwijzend naar een groep taoïsten die door het bestuderen van de natuur onsterfelijkheid wisten te bereiken en sindsdien als heiligen hoog in de wolken een vrolijk bestaan leiden), of eigenlijk de traptreden er naar toe, hadden me langzaam gesloopt. Mijn heup speelde op. De grotere stappen naar beneden kon ik alleen nog maar maken met mijn rechterbeen als standbeen, de linkerheup kon mijn gewicht amper meer aan. Ik kon me niet heugen wanneer ik voor het laatst zo vermoeid had gevoeld –waarschijnlijk op een te lange wandeling naar Woerden met Sofie in de rugdrager. Die laatste paar kilometers naar Nam Chung waren er simpelweg te veel. Het begon bovendien te schemeren. En dus nam ik het pad naar beneden naar Tai Mei Tuk, en vandaar met de bus terug naar Tai Po.

De Wilson trail. Het slingert kris-kras door Hong Kong, grofweg van zuid naar noord, zo’n tachtig kilometer lang. De Wilson trail is een van de handvol lange afstandswandelingen die Hong Kong rijk is. Het meest zuidelijke puntje is nabij Stanley op Hong Kong Island. Het is er meteen raak. Traptreden steil omhoog. Het schijnen er dertienhonderd te zijn op die eerste beklimming. Wie telt zoiets? De traptreden, meestal van beton, zijn kenmerkend voor wandelen in Hong Kong. Zanderige, uitgesleten paden met steen of rotsblokken die naar boven slingeren en waar je soms moet klauteren zijn er nauwelijks in de Hongkongse heuvels. In Hong Kong gaat het pad naar de top steil recht omhoog, langs de kortste weg, met traptreden, vaak honderden achtereen. Het idee dat Hongkongnezen van natuur hebben is duidelijk anders dan de onze. In Hong Kong lijkt men niet zo gek veel op te hebben met de ongerepte en woeste natuur zoals Europeanen dat zo graag zien. De natuur is beter een soort van park. Het liefst een beetje gedomesticeerd, en zeker niet te wild. Een nette trap naar de top, eventueel met een reling, past daar prima in. Wandelen verwordt dan snel tot traplopen (zie Traplopen, september 2006).

Na die eerste heuvel bij Stanley (eigenlijk twee, ze heten de Twins) gaat de Wilson trail dwars over Hong Kong Island door de heuvels naar Quarry Bay (zie Hong Kong op zijn smalst, januari 2006) om vervolgens Victora Harbour over te steken naar de oostzijde van Kowloon. Westwaards dan (zie Ronddwalende geesten, april 2006), waarbij de Kowloonheuvels worden doorkruist op weg naar de New Territories. Als de smog het toelaat is er een fantastisch vergezicht over Kowloon en Hong Kong Island (zie Langs de catchwaters, september 2006). Het pad leidt langs catchwaters, Amah Rock, aangelegde reservervoirs, oude smokkelroutes, bunkers uit de Tweede Wereldoorlog, makaken, bamboe, en over duizenden traptreden natuurlijk.

Verleden jaar waren we tot aan het Shing Mung reservoir gekomen, en dus pakte ik daar de Wilson trail weer op. Eerst een etappe naar Tai Po, en nu van Tai Po via Cloudy Hill over de kam langs de acht toppen van Pat Sin Leng. Wong Leng, de hoogste van de acht, is 639 meter hoog. Even was er een moment waarop al het geluid verstomde. Geen geraas van auto’s op de achtergrond of van laag overvliegende vliegtuigen. Er was alleen het suizen van de wind door het hoge gras van de Pat Sin Leng hoogvlakte. Geen wolkenkrabbers. Ik was alleen, totdat het lawaai van een viertal wandelaars me tegemoet schalde. Niet dat ze schreeuwden. Integendeel, al wandelend luisterden ze naar een klein transistorradiootje dat ze, zoals zoveel Hongkongnezen, met zich meedroegen (Een groepje taoïsten misschien?). Hongkongnezen houden klaarblijkelijk niet van de stilte van de natuur. En toen opende het uitzicht weer. Staand op de vrijwel verlaten grasachtige en onherbergzame hoogvlakte van de Pat Sin Leng met steile hellingen en ravijnen zag ik links over de grens in het mainland de wolkenkrabbers van Shenzhen en rechts de wolkenkrabbers van Tai Po. Een surreëel vergezicht dat het beklimmen van al die traptreden de moeite meer dan waard maakt.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home