Tuesday, August 23, 2005

China I: Achter de economische groei


China mag dan een ongekende economische groei doormaken, dat kan niet verhullen dat de meeste Chinezen nog steeds in grote armoede leven. De vele fietsen in de straten van Beijing maken dat direct duidelijk, net als de afgeladen versleten stadsbussen. Voor ons heeft een fiets in het straatbeeld iets vertrouwds, maar voor de meeste Beijingers is het het enige vervoers- en transportmiddel. En dat ondanks de enorme toename van het autoverkeer. De armoede is duidelijker buiten de hoofdwegen in Hutongs (tenminste, de Hutongs die niet voor de toeristen 'opgeknapt' zijn): modderige straten, mensen zittend in deurposten, afbraakhuisjes waar hele gezinnen op een paar vierkante meter blijken te wonen.

Buiten de, zeg maar toeristische gebieden is het nog schrijnender. Je ziet het vooral op reis, vanuit de trein of de auto, wanneer het platteland wordt doorkruist (en dat gaat om het platteland rond de stedelijke, niet- afgelegen gebieden). Een boer die zijn koe uitlaat, ezels voor de kar, of mannen die zelf de kar trekken. De mensen hebben een dak boven hun hoofd, maar een groot aantal leeft nog in dezelfde soort 'huizen' als tweeduizend jaar geleden. Van klei en aarde, of uitgehouwen grotwoningen. Riolering en stromend water is lang niet altijd aanwezig is, koken gaat op een potkacheltje met kolen. Alles is stoffig, vies en modderig. De gezichten van de mensen verraden het harde leven. Hier woont niemand die in korte tijd veel verdiend heeft.

Toch, in bijna alle huisjes is een televisie, en die staat altijd aan. Er wordt ontzettend veel gebouwd, opgeknapt. Dat wil zeggen er zijn veel bouwputten, echt gewerkt lijkt er niet te worden. Voorlopig is de economische 'boom' vooral een facade van de armoede die er in China wel degelijk is. Terug in Hong Kong werd dat beeld nog duidelijker: alles schoon, luxe en ge-airconditioned (en koud dus). Totdat we thuis kwamen, want daar heerste na twee weken de vochtschimmel.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home