China XXX: Guangzhou dus
Heel veel bijzonders heeft Guangzhou (misschien beter bekend als Kanton) niet te bieden Het meest authentiek is misschien de ancestor hall van de Chen-clan, maar het complex staat er nog maar honderd jaar. Een pagode en tempel zijn er wel, beide flink oud ook. Maar Guangzhou is vooral zo’n typisch moderne Chinese stad, waar oude intieme wijkjes en plattelandsdorpjes plaats hebben gemaakt voor de moderne hoogbouw. Daar waar het gaat om commercie en productie-industrie loopt Guangzhou zelfs voorop in China. Dat ruik je trouwens, wanneer je vanuit Hong Kong met de trein naar Guangzhou reist. Schoorsteenpijpenlucht.
Toch heeft Guangzhou een rijke geschiedenis. Het was tot halverwege de 19e eeuw de enige stad in China waar buitenlanders handel mochten drijven. De Britten verkochten er enorme hoeveelheden opium in ruil voor Chinees zilver. Die drugshandel zette door, ondanks het verbod van de Chinese keizer. En dat ging natuurlijk niet goed. In 1839 brak de Eerste Opium-oorlog uit nadat een volledige scheepslading opium door een plaatselijke commandant uit Guangzhou werd vernietigd. De Britten wonnen, lijfden Hong Kong in, en dwongen af dat buitenlanders ook in andere Chinese steden handel mochten drijven. In Guangzhou werd van een zandbank in de Pearl River het eilandje Shamian gemaakt en door de Europeanen in verschillende concessies opgedeeld. De Chinezen hadden er niets te vertellen; sterker nog na tien uur gingen de hekken op beide bruggen dicht en kwam er geen Chinees meer in.
Nu is Shamian nog steeds een soort van eiland, een oase van rust. Het lijkt de enige plek in Guangzhou waar het niet gonst van de activiteiten. Er zijn zelfs nauwelijks Chinezen in Shamian, wel een paar buitenlanders (zoals bij Starbucks), die in de rest van de stad opvallend afwezig zijn. Shamian is tot een soort park verworden, met typische koloniale gebouwen. En een kerkje. Het is een geliefde plek voor trouwfoto’s. Drie bruidswinkels op een rij, zag ik er.
De slapte van de keizer was een doorn in het oog van de revolutionairen die China wilden moderniseren en een meer westerse staatsvorm voorstonden. Een van hen was Sun Yat-sen (zie Hong Kong in zwart wit, maart 2006), een boerenzoon uit Guangdong -de provincie waarvan Guangzhou de hoofdstad is. Op nieuwjaarsdag in 1912 werd Sun, na de omverwerping van het keizerrijk, de eerste president van de Republiek China. Dat duurde maar kort – 44 dagen om precies te zijn. De interne machtstrijd werd gewonnen door Sun’s rivaal Yuan Shi-kai, een generaal die in Beijing de onderhandelingen voerde met de vertegenwoordigers van de keizer. Sun kwam op een zijspoor en werd directeur-generaal van de nationale spoorwegen. Het idee van een trein naar Tibet, vorig jaar geopend, komt uit Sun’s koker. Ondertussen had Yuan zich zelf uitgeroepen tot de nieuwe keizer en groeide de verdeeldheid, met name tussen facties uit het Noorden en Zuiden. Een centraal gezag was er niet meer in China. Sun Yat-sen startte een militaire regering in Guangzhou met als doel China te verenigen. Dat was 1921. Hij plande een veldtocht tegen de internationaal erkende regering in Beijing. Het kwam er niet van. Zelfs de plaatselijke autoriteiten in Guangdong kreeg Sun niet mee. Ze bestreden de legitimiteit van zijn uitverkiezing, en ook de hoge belastingen die Sun hief hielpen niet mee. Sun Yat-sen stierf in 1925 in Beijing aan kanker, en werd later in Nanjing opgebaard.
Nu lijkt alles vergeven en vergeten, ook in Guangzhou. Sun Yat-sen is vader des vaderlands (voor alle Chinezen, in het mainland, in Hong Kong en in Taiwan). De verkeersader dwars door Guangzhou is na Sun vernoemd, Zhongshan Lu (Zhong Shan, 中山 [letterlijke vertaling: midden berg] is de naam die Sun kreeg bij zijn dood), en er is een Sun Yat-sen gedenkhal, een enorm theater.
Zhongshan Lu is groot en breed, met nogal wat shopping malls. Het is niet de meest interessante straat van Guangzhou. Het drukke, het gonzende, de chaos vind je in de kleinere straten en op de markten. Daar wordt handel gedreven, gekocht en verkocht. Het lijkt alsof de Guangzhou-nezen niets anders doen. En dat op die typische Chinese manier (of Cantonees, in Kowloon, Sham Shui Po bijvoorbeeld [zie Kroalkes, oktober 2005] zie je het zelfde op kleinere schaal). Straat in straat uit, winkel na winkel wordt er hetzelfde product verhandeld. Douchekoppen bijvoorbeeld, of balpennen, rollen plakband, schroeven en boutjes, kleren natuurlijk, en, het is er de tijd van het jaar voor, mandarijnen!
Toch heeft Guangzhou een rijke geschiedenis. Het was tot halverwege de 19e eeuw de enige stad in China waar buitenlanders handel mochten drijven. De Britten verkochten er enorme hoeveelheden opium in ruil voor Chinees zilver. Die drugshandel zette door, ondanks het verbod van de Chinese keizer. En dat ging natuurlijk niet goed. In 1839 brak de Eerste Opium-oorlog uit nadat een volledige scheepslading opium door een plaatselijke commandant uit Guangzhou werd vernietigd. De Britten wonnen, lijfden Hong Kong in, en dwongen af dat buitenlanders ook in andere Chinese steden handel mochten drijven. In Guangzhou werd van een zandbank in de Pearl River het eilandje Shamian gemaakt en door de Europeanen in verschillende concessies opgedeeld. De Chinezen hadden er niets te vertellen; sterker nog na tien uur gingen de hekken op beide bruggen dicht en kwam er geen Chinees meer in.
Nu is Shamian nog steeds een soort van eiland, een oase van rust. Het lijkt de enige plek in Guangzhou waar het niet gonst van de activiteiten. Er zijn zelfs nauwelijks Chinezen in Shamian, wel een paar buitenlanders (zoals bij Starbucks), die in de rest van de stad opvallend afwezig zijn. Shamian is tot een soort park verworden, met typische koloniale gebouwen. En een kerkje. Het is een geliefde plek voor trouwfoto’s. Drie bruidswinkels op een rij, zag ik er.
De slapte van de keizer was een doorn in het oog van de revolutionairen die China wilden moderniseren en een meer westerse staatsvorm voorstonden. Een van hen was Sun Yat-sen (zie Hong Kong in zwart wit, maart 2006), een boerenzoon uit Guangdong -de provincie waarvan Guangzhou de hoofdstad is. Op nieuwjaarsdag in 1912 werd Sun, na de omverwerping van het keizerrijk, de eerste president van de Republiek China. Dat duurde maar kort – 44 dagen om precies te zijn. De interne machtstrijd werd gewonnen door Sun’s rivaal Yuan Shi-kai, een generaal die in Beijing de onderhandelingen voerde met de vertegenwoordigers van de keizer. Sun kwam op een zijspoor en werd directeur-generaal van de nationale spoorwegen. Het idee van een trein naar Tibet, vorig jaar geopend, komt uit Sun’s koker. Ondertussen had Yuan zich zelf uitgeroepen tot de nieuwe keizer en groeide de verdeeldheid, met name tussen facties uit het Noorden en Zuiden. Een centraal gezag was er niet meer in China. Sun Yat-sen startte een militaire regering in Guangzhou met als doel China te verenigen. Dat was 1921. Hij plande een veldtocht tegen de internationaal erkende regering in Beijing. Het kwam er niet van. Zelfs de plaatselijke autoriteiten in Guangdong kreeg Sun niet mee. Ze bestreden de legitimiteit van zijn uitverkiezing, en ook de hoge belastingen die Sun hief hielpen niet mee. Sun Yat-sen stierf in 1925 in Beijing aan kanker, en werd later in Nanjing opgebaard.
Nu lijkt alles vergeven en vergeten, ook in Guangzhou. Sun Yat-sen is vader des vaderlands (voor alle Chinezen, in het mainland, in Hong Kong en in Taiwan). De verkeersader dwars door Guangzhou is na Sun vernoemd, Zhongshan Lu (Zhong Shan, 中山 [letterlijke vertaling: midden berg] is de naam die Sun kreeg bij zijn dood), en er is een Sun Yat-sen gedenkhal, een enorm theater.
Zhongshan Lu is groot en breed, met nogal wat shopping malls. Het is niet de meest interessante straat van Guangzhou. Het drukke, het gonzende, de chaos vind je in de kleinere straten en op de markten. Daar wordt handel gedreven, gekocht en verkocht. Het lijkt alsof de Guangzhou-nezen niets anders doen. En dat op die typische Chinese manier (of Cantonees, in Kowloon, Sham Shui Po bijvoorbeeld [zie Kroalkes, oktober 2005] zie je het zelfde op kleinere schaal). Straat in straat uit, winkel na winkel wordt er hetzelfde product verhandeld. Douchekoppen bijvoorbeeld, of balpennen, rollen plakband, schroeven en boutjes, kleren natuurlijk, en, het is er de tijd van het jaar voor, mandarijnen!
0 Comments:
Post a Comment
<< Home