De eerste juli is in Hong Kong een soort nationale feestdag. Niet de officiële, want die is pas op 1 oktober, de dag dat Mao in 1949 de Volksrepubliek China uitriep. Da’s voor heel China. Eén juli daarentegen is een Hongkongse aangelegenheid. Het is de dag van de Britse
handover of overdacht van Hong Kong aan China, negen jaar geleden.
Wie een groot koninginnedag-achtig feest verwacht, komt bedrogen uit. Net als op alle vrije dagen zijn de winkels gewoon open, alleen ambtenaren en de werknemers van banken hadden zaterdagochtend vrijaf. Gekker is nog, dat zelfs aan Sofie op school niets over de
handover werd verteld. Geen feest op zaterdag daarom, uitgezonderd dan een patriotsche show (en dan is het vaderland China, niet Hong Kong) met leeuwendansen, demonstraties van het Chinese leger enzovoort. Het is een pro-Beijing gebeuren met een aantal hotemetoten uit de Hongkongneze politiek als ere-gast. Zo’n 50.000 mensen waren erbij, hoewel die niet allemaal uit zichzelf kwamen. De
Bank of China betaalde haar werknemers als ze hun gezin meenamen. Weinig spontaan dus. De parade is dan ook pas vorig jaar in het leven geroepen, vooral als tegenhanger van de pro-democratische demonstratie die elk jaar sinds de
handover gehouden wordt.

In 2003 liepen een half miljoen mensen mee op 1 juli. De toenmalige
Chief Executive Tung Chee-hwa was met een wetsvoorstel gekomen (het beruchte artikel 23) dat landverraad, hetze, en opruiing tegen China strafbaar stelde. Ook werd een verbod voorgesteld op samenwerking met buitenlandse politieke partijen. Dat ging de Hongkongnezen te ver. Een aantal basisrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting stond onder druk. Het bracht een half miljoen mensen op de been. Het voorstel werd ingetrokken, de
Chief Executive vervangen, en de rust keerde terug. Het aantal 1 juli demonstranten is flink afgenomen. Wij liepen vorig jaar met nog maar 17.000 anderen.
De nieuwe
Chief Executive Tsang Yam-kuen kwam eind vorig jaar met een wetsvoorstel voor verdere democratisering. De pro-democraten vonden het voorstel niet ver genoeg gaan en stemden tegen. Het voorstel was van de baan (zie ondermeer
Weggestemd, december 2005). Niemand weet hoe verder; algemene verkiezingen voor het parlement en de
Chief Executive zijn de komende jaren onmogelijk, da's duidelijk. De pro-democraten hebben het moeilijk. De stemming is omgeslagen. Economische groei in plaats van politieke hervorming staat nu voorop. Geen goed klimaat voor een 1 juli demonstratie.
Totdat Anson Chan liet weten mee te zullen lopen. Anson Chan was de eerste vrouw en Chinees die
Chief Secretary werd. De
Chief Secretary is de hoogste ambtenaar in Hong Kong en na de
Chief Executive (vroeger de gouverneur) de machtigste figuur in de Hongkongneze politiek. Chan werd
Chief Secretary in 1993 onder gouverneur Patten, en bleef in die functie tot ver na de
handover. Zij was daarmee een sleutelfiguur tijdens de
handover. Anson Chan werd door sommigen beschouwd als het geweten van Hong Kong. Anderen waren sceptischer. Hoe dan ook, uitspraken over democratisering en persvrijheid brachten haar soms in conflict met haar conservatieve baas,
Chief Executive Tung. Ze kwam steeds meer onder vuur te liggen van de pro-Beijingers en nam in 2001 ontslag.