Thursday, September 07, 2006

China XIX: In Franse sferen

Vier dagen lang reden we door het adembenemende landschap van Dechin county in het Noorden van Yunnan (zie ook China XV: Een dood varken). Een van de hoogtepunten van de rondreis was een bezoek aan Meili Snow Mountain. De hoogste top, Kagebo Peak, is met zijn 6470 meter de de hoogste berg in Yunnan en tevens de hoogste van de acht heilige Tibetaanse bergen. Kagebo zou een reïncarnatie zijn van een Tibetaanse God. Op iedere plek met uitzicht op de witte pieken staan daarom rijen witte stupa’s, religieuze monumenten van het boeddhistisch geloof. Bezoekers versieren de kenmerkende bouwwerkjes met kleurrijke Tibetaanse gebedsvlaggen. Bij zonsopgang, wanneer de eerste zonnestralen de berg rood, roze en oranje kleuren, offeren gelovigen wierrook ter ere van de berg. We hadden geluk. Verschillende keren hadden we geweldig uitzicht op de besneeuwde toppen van de heilige berg en ook bij zonsopgang waren ze prachtig te zien. John en Sofie vervolmaakten ons bezoek met een pittige wandeling naar een van de uitlopers van de gletsjer op Meili Snow Mountain. Ik bleef met een zieke Marijke bij het guesthouse.
Nadat we het ruige hooggebergte achter ons hadden gelaten werd het landschap niet minder spectaculair. We volgden de Mekong rivier stroomafwaarts. Soms zagen we de bruine stroom in een diep ravijn naast de weg. Soms reden we op gelijke hoogte met de rivier en konden we het kolkende water voort zien razen. We kwamen door heel wat kleine dorpjes. Vaak stonden huizenclusters aan beide kanten van de brede rivier en verbond een wiebelige hangbrug de twee oevers. Op sommige plekken hadden boeren kabels over de rivier gespannen waarlangs ze zich naar de overkant konden laten roetsjen. Later werden de valleien groener en lieflijker, de bergen minder steil.

Onze laatste nacht verbleven we in Cizhong, een klein dorpje aan de Mekong. De meeste bewoners zijn er Tibetaans. Zeer verrassend staat aan de rand van het dorp een heuse katholieke kerk. De kerk is opgericht door Franse missionarissen, die tegen het einde van de negentiende eeuw de Tibetaans-boeddhistische bevolking trachtten te bekeren. De kerk is gebouwd in gotische stijl, maar heeft Chinese karakteristieken. Zo draagt de gotische toren een dak in Chinese stijl en tonen de plafondschilderingen in de kerk Chinese symbolen als lotusbloemen en het yin-yangteken. In de kerk staan beelden van Maria, Jezus en heiligen, zoals in andere katholieke kerken. Een opvallend verschil met Europese kerken is het ontbreken van de gebruikelijke hoge zware kerkbanken. In deze kerk zitten de gelovigen op lange planken, laag bij de grond, net als thuis. De Franse missionarissen hadden succes. Nu, ruim vijftig jaar na hun vertrek, is nog steeds meer dan de helft van de huishoudens in de gemeenschap katholiek.

De missionarissen introduceerden niet alleen het katholieke geloof in Cizhong, maar ook de druif en wijncultuur. Rondom het dorp liggen prachtige, goed onderhouden druivenakkers. De kleine wijnboeren brouwen hun eigen wijn. Tweemaal konden we de lokale wijn proeven. De oude man die voor ons de deur van de kerk van het slot had gehaald, bood ons voor ons vertrek een proefje aan van zijn wijn. We namen ieder een slokje uit de dop van de coca-colafles waarin de goede man zijn wijn bewaarde. We beloofden later misschien nog eens langs te komen om wat wijn van hem te kopen. Even later zaten we achter een kopje wijn van meneer Liu, de gastheer van het guesthouse waar we overnachtten. Wijn van de Rose Honey druif, vertelde hij trots, naar Franse traditie gebrouwen. Het dorp was geweldig. Het idyllische kerkje stond temidden van strakke rijen druivenstruiken, die zich afwisselden met knalgroene rijstveldjes. Het was stil. Er was geen verkeer. Dankzij een stroomstoring zochten de dorpelingen vertier op straat. Vanuit onze kamer hoorden we hoe meneer Liu muziek maakte met een vriend. Wat ongelooflijk jammer dat de wijn zo verschrikkelijk slecht was.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home