Onder de tachtig
Een obsessie, dat is het! Neem het openbaar vervoer, daar is er werkelijk geen ontkomen aan. De lichtkranten in de bus tonen, minimaal eens per 5 minuten, beelden van soepeltjes huppelende en uiterst slanke vrouwen, afgewisseld met foto’s van hun veel te dikke tweelingzussen en een heuse Dr die een potje met pilletjes, geklemd tussen duim en wijsvinger, aanprijst. Te dik zijn dus. Als ze het al niet heeft, dan krijgt de Hong Kongneze vrouw wel een obsessie te dik te zijn aangepraat. Hoewel, zouden er echt mensen zijn die hierdoor op het idee gebracht worden af te gaan vallen, of zelfs zo’n pot met pilletjes aan te schaffen? Ik kan me daar niets bij voorstellen. Sterker nog, het zou volstrekt belachelijk zijn. Te dik, dat heb ik me nooit gevoeld.
Bovendien, waar zou de gemiddelde Hong Kongnees zich druk om maken, de meeste mannen en vrouwen zijn hier echt niet dik. Natuurlijk er zijn uitzonderingen; mensen met zo’n typische flinke Amerikaanse of Zuidduitse omvang, een milkshake in de klauwen, die in de bus aan twee stoelen vaak nog niet genoeg hebben. Maar het is sporadisch, eerder zou ik me zorgen maken over het relatief grote aantal vrouwen die met zijn tweeën net één stoel kunnen vullen. Edoch, wetenschappelijk onderzoek vertelt dat schijn bedriegt. Overgewicht is ook in Hong Kong een groeiend probleem. Twintig procent lijdt aan obesitas, en nog eens twintig procent heeft overgewicht. Nou vind ik dat je dit soort uitkomsten met een korreltje zout moet nemen. Het is allemaal gebasseerd op de body mass index waarbij de overschrijding van een tamelijk willekeurige grens je te zwaar of veel te zwaar maakt. En voor Aziaten is die grens ook nog eens lager dan voor Euro-amerikanen. Dat lijkt me niet eerlijk. Hoe dan ook, het te dik zijn van Hong Kongnezen wordt breed uitgemeten in de krant: opiniestukken, ingezonden brieven, noem het maar op. De tenneur, er moet meer gefitnessed of gesport worden. Ik kan me daar weinig bij voorstellen, een of zelfs twee uurtjes fitness en dan zou je niet (meer) te dik worden. Ik zou me er de kop niet gek over laten maken. Volstrekte onzin.
En ik heb gelijk, het is wetenschappelijk bewezen. Professor Levine, een man met een tenger figuur ergens uit Amerika heeft me dat nog eens haarfijn uit de doeken gedaan –onder het genot van een vrijwel geheel groene, vleesloze maaltijd, dat wel. Het aantal extra calorieën dat je verliest met een uurtje trimmen zet feitelijk niet veel zoden aan de dijk (Dit lijkt me het zelfde verhaal als Peter H.’s handje vol pinda’s, en de enorme afstand die je moet hardlopen omdat weer te verbranden). Waar het volgens de Professor om draait is de hoeveelheid energie die je verbrandt in je normale dagelijkse doen en laten. Dat moet je op peil weten te houden. De hardwerkende landbouwers van vroeger zijn zittende kantoorslaven geworden. En dat verschil in beweging compenseer je niet door een beetje sport. Elke dag een staande vergadering in plaats van een zittende, doet meer dan het narcistische gehol in een fitnesscentrum een keer in de week (Bovendien de toename van dat soort centra in de laatste jaren correleert hoog met de toename van het aantal mensen met overgewicht!). De Professor heeft zelf overigens een lopende band in zijn kantoortje. Hij doet zijn werk lopend achter de computer. Volstrekt obsesief noem ik dat. Wat kunnen die paar kilo’s nou verdommen?
Nog een keer Professor Levine. Hij beweert ook dat de hoeveelheid die je eet niet gek belangrijk is, extremen uitgezonderd. En die laatste twee woorden lijken me de achilleshiel van Hong Kong. Extremen uitgezonderd. Nergens ter wereld wordt zo vaak fast food gegeten als in Hong Kong (wetenschappers onderzoeken echt alles). De keren dat er ’s ochtends in de bus iemand met zo’n walmende Big Mac en een halve liter Coke dicht bij kwam zitten zijn niet meer op één hand te tellen. In dezelfde bus op weg naar huis zijn er altijd wel schoolkinderen met een zak chips. Schoolkinderen die ’s middags op school ook al een warme lunch gehad. En, ongelogen waar, met de catering verzorgt door McDonalds, naar het schijnt een van de grote spelers op de schoollunchmarkt in Hong Kong (En Sofie en Marijke komen dan op school met een broodtrommeltje met een boterham met kaas en de ander met hagelslag. Spartaans.). Daar liggen overgewicht en vetzucht dus op de loer, bij de kinderen van Hong Kong. Een aantal van mijn collega’s heeft dat onderkent, en doen een bijna Kemperiaans onderzoek. Vooral proberen ze kinderen aan het bewegen te krijgen. Maar zeg nu zelf, met een dik lichaam beweegt het niet prettig, en televisie en computer lokken. Dus als je de dikkertjes al aan het bewegen krijgt, dan haken ze vrij snel weer af. Dat lijkt me volstrekt duidelijk. Voorkomen lijkt ook hier belangrijker dan genezen.
En ik? Ik weet niet wat het is de laatste maanden. Ongedurig. Ik sta regelmatig eventjes op een weegschaal, en voel me enigszins teleurgesteld als het niet wat minder is –gelukkig gebeurt dat bijna nooit! Ik voetbal steevast, elke dinsdagavond. Ik raap de wegtrapte ballen, telkens weer, elke extra meter is er immers één. Ongedurig. Stilzitten kan ik niet meer. Ik lees artikelen staand. Het gekste is echter dat ik let op wat ik eet en drink. Tussendoortjes zijn taboe, geen drop, geen vleeswaren, niet meer het grootste stuk vlees, geen toetjes, geen wijn met kaasblokjes (op een prikkertje). Het is hier niet te krijgen of simpelweg te duur. Het resultaat? Vijftien kilo’s minder dan toen ik in het vliegtuig naar Hong Kong stapte. Zei hij trots! Moeders mooiste zal ik nooit meer worden, maar de typische Chinese t-shirtdracht, die durf ik nu wel aan. En verder? Dunner wil ik. Ik moet naar onder de tachtig, het is een obsesie. Ik snap er niks van.
[uit FBWeetjes, nummer 47, november 2005]
Bovendien, waar zou de gemiddelde Hong Kongnees zich druk om maken, de meeste mannen en vrouwen zijn hier echt niet dik. Natuurlijk er zijn uitzonderingen; mensen met zo’n typische flinke Amerikaanse of Zuidduitse omvang, een milkshake in de klauwen, die in de bus aan twee stoelen vaak nog niet genoeg hebben. Maar het is sporadisch, eerder zou ik me zorgen maken over het relatief grote aantal vrouwen die met zijn tweeën net één stoel kunnen vullen. Edoch, wetenschappelijk onderzoek vertelt dat schijn bedriegt. Overgewicht is ook in Hong Kong een groeiend probleem. Twintig procent lijdt aan obesitas, en nog eens twintig procent heeft overgewicht. Nou vind ik dat je dit soort uitkomsten met een korreltje zout moet nemen. Het is allemaal gebasseerd op de body mass index waarbij de overschrijding van een tamelijk willekeurige grens je te zwaar of veel te zwaar maakt. En voor Aziaten is die grens ook nog eens lager dan voor Euro-amerikanen. Dat lijkt me niet eerlijk. Hoe dan ook, het te dik zijn van Hong Kongnezen wordt breed uitgemeten in de krant: opiniestukken, ingezonden brieven, noem het maar op. De tenneur, er moet meer gefitnessed of gesport worden. Ik kan me daar weinig bij voorstellen, een of zelfs twee uurtjes fitness en dan zou je niet (meer) te dik worden. Ik zou me er de kop niet gek over laten maken. Volstrekte onzin.
En ik heb gelijk, het is wetenschappelijk bewezen. Professor Levine, een man met een tenger figuur ergens uit Amerika heeft me dat nog eens haarfijn uit de doeken gedaan –onder het genot van een vrijwel geheel groene, vleesloze maaltijd, dat wel. Het aantal extra calorieën dat je verliest met een uurtje trimmen zet feitelijk niet veel zoden aan de dijk (Dit lijkt me het zelfde verhaal als Peter H.’s handje vol pinda’s, en de enorme afstand die je moet hardlopen omdat weer te verbranden). Waar het volgens de Professor om draait is de hoeveelheid energie die je verbrandt in je normale dagelijkse doen en laten. Dat moet je op peil weten te houden. De hardwerkende landbouwers van vroeger zijn zittende kantoorslaven geworden. En dat verschil in beweging compenseer je niet door een beetje sport. Elke dag een staande vergadering in plaats van een zittende, doet meer dan het narcistische gehol in een fitnesscentrum een keer in de week (Bovendien de toename van dat soort centra in de laatste jaren correleert hoog met de toename van het aantal mensen met overgewicht!). De Professor heeft zelf overigens een lopende band in zijn kantoortje. Hij doet zijn werk lopend achter de computer. Volstrekt obsesief noem ik dat. Wat kunnen die paar kilo’s nou verdommen?
Nog een keer Professor Levine. Hij beweert ook dat de hoeveelheid die je eet niet gek belangrijk is, extremen uitgezonderd. En die laatste twee woorden lijken me de achilleshiel van Hong Kong. Extremen uitgezonderd. Nergens ter wereld wordt zo vaak fast food gegeten als in Hong Kong (wetenschappers onderzoeken echt alles). De keren dat er ’s ochtends in de bus iemand met zo’n walmende Big Mac en een halve liter Coke dicht bij kwam zitten zijn niet meer op één hand te tellen. In dezelfde bus op weg naar huis zijn er altijd wel schoolkinderen met een zak chips. Schoolkinderen die ’s middags op school ook al een warme lunch gehad. En, ongelogen waar, met de catering verzorgt door McDonalds, naar het schijnt een van de grote spelers op de schoollunchmarkt in Hong Kong (En Sofie en Marijke komen dan op school met een broodtrommeltje met een boterham met kaas en de ander met hagelslag. Spartaans.). Daar liggen overgewicht en vetzucht dus op de loer, bij de kinderen van Hong Kong. Een aantal van mijn collega’s heeft dat onderkent, en doen een bijna Kemperiaans onderzoek. Vooral proberen ze kinderen aan het bewegen te krijgen. Maar zeg nu zelf, met een dik lichaam beweegt het niet prettig, en televisie en computer lokken. Dus als je de dikkertjes al aan het bewegen krijgt, dan haken ze vrij snel weer af. Dat lijkt me volstrekt duidelijk. Voorkomen lijkt ook hier belangrijker dan genezen.
En ik? Ik weet niet wat het is de laatste maanden. Ongedurig. Ik sta regelmatig eventjes op een weegschaal, en voel me enigszins teleurgesteld als het niet wat minder is –gelukkig gebeurt dat bijna nooit! Ik voetbal steevast, elke dinsdagavond. Ik raap de wegtrapte ballen, telkens weer, elke extra meter is er immers één. Ongedurig. Stilzitten kan ik niet meer. Ik lees artikelen staand. Het gekste is echter dat ik let op wat ik eet en drink. Tussendoortjes zijn taboe, geen drop, geen vleeswaren, niet meer het grootste stuk vlees, geen toetjes, geen wijn met kaasblokjes (op een prikkertje). Het is hier niet te krijgen of simpelweg te duur. Het resultaat? Vijftien kilo’s minder dan toen ik in het vliegtuig naar Hong Kong stapte. Zei hij trots! Moeders mooiste zal ik nooit meer worden, maar de typische Chinese t-shirtdracht, die durf ik nu wel aan. En verder? Dunner wil ik. Ik moet naar onder de tachtig, het is een obsesie. Ik snap er niks van.
[uit FBWeetjes, nummer 47, november 2005]
0 Comments:
Post a Comment
<< Home